Museumvoorschriften zijn voortaan beschikbaar in onze hoofdstad, dankzij het initiatief van de Stad Brussel en het UVC Brugmann. Concreet kunnen zorgprofessionals hun patiënten, samen met een begeleider, een gratis museumbezoek voorschrijven, zoals een medicijn. Open museum toont hoe het BELvue Museum dit Canadese initiatief heeft overgenomen. Het is een van de 14 musea* die sinds 2024 aan het project deelnemen.
Het museum werd zich bewust van de voordelen die cultuur heeft op fysieke en mentale gezondheid. Deze worden erkend door neurologische studies en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Omdat inclusie een van de kernwaarden van de instelling is, was het logisch dat ze zich bij het project aansloot.
Het BELvue wil patiënten drie voordelen bieden: een moment van welzijn en ontspanning, de kans om met familie samen te zijn, en een geslaagde ervaring bieden voor mensen voor wie buitenshuis komen moeilijk is.
Om individuele bezoekers die op zoek zijn naar een rustgevende omgeving te verwelkomen, wordt elke eerste woensdag van de maand een prikkelarme ochtend georganiseerd.
Het museum werkte ook samen met CAP (Centrum voor Animatie en Pedagogiek) om een bezoek op maat te co-creëren getiteld “België in harmonie”, speciaal ontworpen voor groepen die via een museumvoorschrift langskomen. Dit nieuwe format combineert de voordelen van een museumbezoek met muziektherapie. Muziek wordt een tweede stem,naast die van de gids, en stimuleert de zintuigen, terwijl het tot ontspanning uitnodigt.
Er werden veel obstakels overwonnen tijdens dit avontuur. Van je museum een plek maken van zorg en onthaal is niet vanzelfsprekend. De ervaring van Aurélie Cerf, verantwoordelijk voor publiek en activiteiten in het BELvue, doet denken aan de hindernissen waar veel museumprofessionals mee kampen. Hier zijn haar tips om deze hindernissen te overwinnen.
De grootste uitdaging was het creëren van een safe space, vooral gezien de vele zintuiglijke prikkels in de permanente tentoonstelling. Geluiden, licht, of andere prikkels kunnen bezoekers overstimuleren of vermoeien.
De eerste stap was het uitschakelen van audiovisuele elementen één ochtend per maand tijdens prikkelarme sessies, om zo een kalmere beleving aan te bieden.
Ten tweede vraagt de grote diversiteit aan profielen die baat hebben bij museumvoorschriften om constante aanpassing. BELvue en vzw CAP ontwikkelden daarom een voorbeeldbezoek dat aangepast kan worden aan de noden van patiëntengroepen. Het kan worden gegeven aan mensen met Alzheimer of aan personen met een depressie.
De specificiteit van het project en het gebrek aan informatie vormden eveneens uitdagingen, zowel voor het museumpersoneel als voor zorgprofessionals. De eersten werden geconfronteerd met ontevreden bezoekers tijdens prikkelarme ochtenden die vonden dat ze informatie misten door de uitgeschakelde schermen en audio. De laatsten hebben een andere expertise en zijn zich zelden bewust van wat musea te bieden hebben of hun bijzonderheden. Educatie is nodig, o.a. via bezoeken speciaal voor zorgverleners om hen te informeren over de acties voor deze doelgroepen.
Aurélie Cerf wijst ook op meerdere positieve aspecten.
Dankzij het initiatief van de Stad Brussel kon het BELvue mentale gezondheid structureel integreren in het museum: het personeel werd opgeleid en er werd een samenwerking met een expertvereniging opgezet. Hierdoor groeide het bewustzijn over gezondheid en de noden van patiëntenbezoekers.
Daarnaast kreeg het museum grote media-aandacht en een positief imago als een luisterend en zorgend museum.
Tot slot, hoewel slechts 20% van de voorschriften effectief wordt gebruikt door patiënten, moet rekening worden gehouden met de langetermijnvoordelen voor deze mensen. Dit cijfer lijkt laag, maar moedigt musea aan om te werken aan de vele drempels tussen hen en mensen die normaal niet komen. Museumvoorschriften moeten gepaard gaan met andere acties om het museum aantrekkelijker te maken. Niet alleen financiële, maar ook symbolische drempels spelen mee: het ‘serieuze’ imago, mobiliteit, representatie van gemeenschappen of taalgebruik kunnen verklaren waarom voorschriften niet worden gebruikt.
Aanpassingen voor specifieke doelgroepen kunnen bredere positieve veranderingen teweegbrengen, ook voor de museumteams. Wie heeft zich nooit moe gevoeld tijdens een museumbezoek? Museummoeheid uit zich in hoofdpijn, vermoeide ogen, concentratieverlies… als gevolg van de vele prikkels. Deze hebben directe impact op het lichaam. Mensen met mentale problemen halen er een specifiek voordeel uit, maar ook andere bezoekers en zaalmedewerkers (suppoosten, onthaalmedewerkers, gidsen) profiteren van een rustigere omgeving.
Stap voor stap:
Begin met tijdelijke acties die weinig middelen vergen:
Voor wie verder wil gaan:
Het belang van mentale gezondheid erkennen in musea, via voorschriften of concrete acties, levert vaak onverwachte winst op. Het wordt al snel duidelijk dat dit iedereen ten goede komt: patiënten met een museumvoorschrift, niet-gediagnosticeerde zieken, snel afgeleide kinderen, gidsen en zaalwachters, rustzoekers, en nog vele anderen. De aanpassingen bereiken een breder publiek dan oorspronkelijk beoogd. Iedereen heeft baat bij een museumbezoek!
* De musea die in 2024 deelnemen aan het project museumvoorschriften zijn: Art et Marges Museum, Bozar, Centrale for Contemporary Art, Design Museum Brussels, GardeRobe MannekenPis, BELvue Museum, Museum van de Nationale Bank, Museum van de Stad Brussel, Riolenmuseum, Magrittemuseum, Mode en Kant museum , de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, het Coudenbergpaleis, het War heritage institute..
* Een safe space is een veilige plek waar zoveel mogelijk aanpassingen zijn voorzien zodat gemarginaliseerde mensen zich zowel mentaal als fysiek veilig voelen.
©Jonas Polet
Koninggalerij 15,
1000 Brussel
+32 (0) 2 512 77 80 (ma-don)
Het doel van dit initiatief is om mensen bewust te maken van het belang van inclusie en participatie van ondervertegenwoordigde groepen binnen het Brusselse Museumsnetwerk van meer dan 125 musea.